Twee Joodse broers woonden kort voor de oorlog in vrijwel identieke huizen aan het Spaarne in Haarlem. De broers waren zo hecht, dat ze hun zonen dezelfde voornamen gaven: Maurits en Elius. De vier jongens trokken jarenlang gebroederlijk op, totdat ze vanaf 1940 in de maalstroom van de geschiedenis terechtkwamen. Waar twee neven de oorlog op wonderbaarlijke wijze wisten te overleven, waren de twee andere jongens minder gelukkig.
In een tweedelige serie voor het Haarlems Dagblad vertelt journalist Merijn van Nuland het verhaal van de Haarlemse familie Van Voolen. Hoe verliep het ieder van hen voor en tijdens de oorlog? En hoe kwam het dat de een wel overleefde, en de ander niet? Het verhaal geeft een inkijkje in de bezettingstijd en de Jodenvervolging, die zelfs op deze prachtige plek aan het Spaarne diepe wonden heeft achtergelaten.